CREATIVE STATE OF MIND (Cremin, 2009)

De Britse hoogleraar Teresa Cremin deed onderzoek naar de karakteristieke eigenschappen van een docent die creativiteit – in denken en gedrag – stimuleert en uitstraalt.  Zij beschikken over The creative state of mind (Cremin, 2009). Deze docenten onderscheiden zich in houding door de inzet van: 

 

Nieuwsgierige en vragende houding

Nieuwsgierigheid staat centraal. De docent en de leerlingen verwonderen zich, richten zich op het stellen van open vragen en  speculeren met elkaar.                          Er wordt ruimte geboden om te zoeken naar antwoorden en mogelijkheden.

 

Verbinding maken                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             Door de wereld van de leerling te koppelen aan de leerstof wordt de relevantie ervaren. Tevens is er ruimte voor interesses en voorkeuren van leerlingen. Daarnaast is er aandacht voor het experimenteren met de wereld van de ander. Het experimenteren met andere mogelijkheden wordt aangemoedigd: exploreren.

 

Zoeken naar originaliteit
De ruimte bieden aan en het luisteren naar nieuwe ideeën bij het oplossen van problemen is belangrijk. Hierbij speelt ook het zien van mogelijkheden een duidelijke rol: toeval toelaten, avontuurlijk leren.

 

Autonomie en eigenaarschap
Het leerproces zo sturen dat leerlingen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces. Ze kunnen gebruik maken van elkaars kwaliteiten. De docent heeft een rol wat betreft instructie, sturing en facilitering (Cremin, 2009, Van der Kooij, 2013). 

 

Creatieve houding ontwikkelen

Het is belangrijk dat je als docent tijd en aandacht besteed aan het belang van creatief denken en de wijze waarop je dit nu en in de toekomst kunt inzetten. Er dient daarom aandacht te zijn voor ‘het waarom’ van creatief denken in de les.
Leerlingen zijn vaak erg snel tevreden met een eerste oplossing. Zij nemen niet de tijd en moeite om meerdere ideeën te genereren. Het is echter belangrijk om op zoek te gaan naar veel ideeën. Dit kan door gebruik te maken van creatieve denktechnieken. Hiermee ontstaat er een veel grotere kans dat er een uniek idee wordt bedacht.
Bij het benoemen van nieuwe ideeën ontstaat er altijd weerstand. Het toelaten van alle ideeën is van groot belang, ook wanneer ze onrealistisch en/of onuitvoerbaar lijken. Pas in de selectiefase van het creatief proces wordt een idee kritisch bekeken en eventueel getest.
Leerlingen willen de ideeën die ze bedenken vaak voor zichzelf houden. Ze zijn bang dat anderen er gebruik van maken en mee aan de haal gaan. Hiermee blokkeren zij echter de kans om het idee nog verder uit te werken en daarmee waardevoller te maken. Ideeën en inzichten van anderen kunnen de eigen blik verruimen om een idee (samen) verder vorm geven. Dit werkt inspirerend.